Werkklimaat

Wij zijn het klimaat: Het meten van leef-, leer- en werkklimaat in OC Nieuwe Vaart.

24 januari 2024

|
leefklimaat werkklimaat leerklimaat

Het OC Nieuwe Vaart is gevestigd in Gent en omvat naast een school voor buitengewoon onderwijs type 3 (kleuter- en lager onderwijs), een MFC voor de begeleiding en behandeling van kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen en hun context, ook een vormingscentrum Create dat trainingen en vorming aanbiedt rond de inhouden en methodieken die bruikbaar zijn in het relatie opbouwen en werken met kinderen en jongeren die moeilijk gedrag stellen.

Sedert 2019 werkt het OC Nieuwe Vaart in Gent samen met Peer van der Helm (lectoraat Residentiële Jeugdzorg, Leiden) voor onderzoek rond leef-, leer- en werkklimaat in onderwijsinstellingen en (verblijfs-)voorzieningen. In samenwerking met de onderzoeksgroep van Peer van der Helm van de Hogeschool in Leiden,  is het vormingscentrum Create, gemandateerd om het leef-, leer- en werkklimaat in voorzieningen en scholen te onderzoeken en te evalueren.  Gebaseerd op de resultaten van het onderzoek en de noden binnen de organisatie kunnen teams of organisaties gecoacht worden om te streven naar een beter leef-, leer- en/of werkklimaat.

Het leerklimaat in de leefgroep en het leerklimaat in de klas is zeer bepalend voor de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren. Een positief klimaat zorgt voor een groter gevoel van veiligheid, leidt minder tot agressief gedrag en kinderen en jongeren zijn meer gemotiveerd om hun gedrag bij te sturen en om te leren. Ze voelen zich ook meer verantwoordelijk en zijn emotioneel stabieler. Het werkklimaat in een team of organisatie straalt af op het leef- en leerklimaat in leefgroepen en klassen.  In een positief werkklimaat werken teamleden goed samen, ze voelen zich veilig en staan open voor feedback. Ze hebben plezier in hun werk en er is minder kans op burn-out en langdurige afwezigheid.

Leefklimaat in leefgroepen

Er is een positief en open leefklimaat in een instelling als de begeleiding er voor de cliënt is, de cliënt dingen leert die zinvol zijn voor de toekomst, de regels eerlijk zijn en er een prettige, veilige sfeer hangt in de instelling.

Het leefklimaat wordt gemeten aan de hand van gestandaardiseerde vragenlijsten die door de kinderen en jongeren worden ingevuld. De vragen peilen naar de mate van ondersteuning, de groeikansen, de aanwezigheid van repressie en naar sfeer. De onderzochte factoren zijn gebaseerd op de elementen verbondenheid, competentie en autonomie uit de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci.

Leerklimaat in klassen

Er is een positief leerklimaat in een klas als de leerkracht er voor de leerling is, de leerling dingen leert die zinvol zijn voor de toekomst, de regels eerlijk zijn, er weinig ruzie is, er niet gepest wordt en de sfeer veilig is in de klas.

Het leerklimaat onderzoeken we door de leerlingen gestandaardiseerde vragenlijsten te laten invullen. Op die manier onderzoeken we de mate van ondersteuning, aanwezigheid van disruptief gedrag, groepsdynamiek, leeratmosfeer en groei.  De onderzochte factoren zijn gebaseerd op de elementen verbondenheid, competentie en autonomie uit de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci.

Werkklimaat in teams

Er is een positief werkklimaat als de medewerkers tevreden zijn over het leiderschap van hun leidinggevende, het team goed functioneert, medewerkers ontwikkelingsperspectief zien en geen last hebben van een te hoge werkdruk.

Met gestandardiseerde vragenlijsten onderzoeken we volgende aspecten van het werkklimaat: leiderschap van de leidingevenden, teamfunctioneren, werkmotivatie, werkgeversverplichtingen en werknemersverplichtingen. Analyse van de resultaten brengt niet alleen het werkklimaat in beeld, maar maakt ook de link met leef- of leerklimaat.

In het OC Nieuwe Vaart werd de keuze gemaakt om de afname van de vragenlijsten rond leer- en leefklimaat structureel twee maal per schooljaar in te plannen. Omwille van de coronabeperkingen gedurende de voorbije twee jaren, werd de werkklimaatmeting tot nog toe 1x afgenomen. Het is onze intentie om de werkklimaatmeting vanaf dit werkjaar opnieuw structureel jaarlijks in te bouwen.

De afname van de vragenlijsten rond leer- en leefklimaat biedt de kans om wat (soms onderhuids) leeft in klas- en leefgroepen expliciet te maken. Ieders ervaring van het dagelijks leven in de groep en stem draagt daartoe bij. Hierdoor voelen kinderen zich enorm gehoord en verantwoordelijk gesteld voor hoe ze hun tijd op het OC Nieuwe Vaart ervaren. Van daaruit ervaren we een mandaat om de theoretische kaders die wij hanteren en methodieken die wij inzetten te koppelen aan de dagelijkse werking. Hierdoor wordt de visie niet van “top-down” aangestuurd, maar eerder vanuit wat op de klas-, leefgroeps- en werkvloer wordt ervaren. Dit creëert motivatie omdat het de waardevolle informatie van de kinderen en jongeren onze werking aanstuurt. Zoals Peer van der Helm het stelt, voelen wij het ook aan en communiceren wij ook naar de kinderen: “Het klimaat zijn wijzelf”. Bijgevolg ligt het ook in eenieders handen om bij te dragen tot een positief klimaat. 

Qua werkvorm opteerden wij ervoor om de afname van de vragenlijsten individueel te laten gebeuren, bijgestaan en indien nodig ook ondersteund en begeleid door een volwassene. Aan alle volwassenen, onafhankelijk van de functie, werd gevraagd om hiertoe bij te dragen. Hierdoor wordt de belasting van de afname verdeeld, maar draagt iedereen bij tot het dragen van de inhoud. Het geeft ook de kans aan elk kind om onafhankelijk van het talig niveau of (ontwikkelings-)leeftijd zijn / haar stem te laten horen. Aan de kinderen werd gevraagd om de vragenlijst op de computer in te vullen, zelfstandig of ondersteund door de volwassene, en hun mening te geven op een 1-5-punts-Likertschaal, of rapportcijfers te geven op hoe zij het leven op het OC, of in hun klas of leefgroep ervaren, in welke mate zij ervaren dat ze kunnen groeien, hoe veilig zij zich voelen, hoe betrokken hun ouders zijn, hoe ze de groep met de gehanteerde regels en het (evt. storend) gedrag van anderen in de groep ervaren.

Vormingscentrum Create stond in voor de verwerking van de resultaten, en bouwde op basis hiervan factsheets op organisatie-, klas- en leefgroepsniveau op. Zij begeleiden eveneens dergelijke trajecten in andere scholen, waardoor de meting en het inzetten op acties die voortvloeien uit de resultaten door hen kon ondersteund worden. De terugkoppeling naar de groepen werd grondig voorbereid met de klastitularis en begeleider(s) van de groep. Zowel de opvallend positieve punten op dewelke de groep zich kan richten om het klimaat positief te beïnvloeden werden geselecteerd. Samen met de klastitularis en begeleider(s) van de groep werd gezocht naar goeie werkvorm om het bespreekbaar te maken. Voor elke groep werd een moment gekozen om de terugkoppeling van de resultaten en de selectie van de actiepunten bespreekbaar te maken. Er werd geopteerd om dit te doen in een samenwerking tussen de onderzoekers (vanuit vormingscentrum Create), de orthopedagoog van de school en de klastitularis. Dit versterkte voor de kinderen duidelijk het ervaren van het samen dragen en samen verantwoordelijk zijn voor het klimaat. Deze terugkoppelingsmomenten zijn voor de groepen het startpunt binnen het proces van creëren van klasgerichte acties om met de specifieke werkpunten van de groep bezig te zijn.

Kinderen kiezen hier voor acties die voor hen heel concreet en “down-to-earth” zijn, en waar ze iets mee kunnen in de werking van hun klas. Voorbeelden: een klas vroeg om de klasafspraken meer te visualiseren en vroeg gericht naar afspraken gericht op werkhouding en concentratie die passend waren bij de opdracht (en die bvb. anders zijn bij een groepsopdracht dan bij een individuele taaloefening), een andere groep vroeg naar meer voorbereide speeltijdmomenten in de vorm van alvorens naar de speelplaats te gaan af te spreken wie welke activiteit zal doen, onder begeleiding van een bepaalde volwassene. Een andere klas oefent gericht op communicatievaardigheden, meer specifiek op het vriendelijk tegen elkaar spreken, net omdat kinderen dit heel bepalend ervaren voor het klimaat in de groep. In een laatste voorbeeld, koos een groep als gezamenlijk werkpunt om pas  een klasgenoot te gaan helpen eens je afgetoetst hebt of die echt hulp wil, omdat positief bedoeld te hulp schieten op een moment dat een kind zijn hevige emotie aan het ontladen is, net tot meer conflict leidde dan wel positief effect leek te hebben. In de leefgroepen kozen kinderen om meer specifiek te oefenen op het leren verbinding te maken en vriendschappen op te bouwen.

Met enige trots willen we deze manier van werken presenteren als een voorbeeld van goeie praktijk. We ervaren dat kinderen en leerkrachten / begeleiders het spreken rond het klimaat en het gericht selecteren van actiepunten waar ze willen op inzetten, ervaren als een referentiepunt in de tijd waar de groep zelf voor kiest om verder mee aan de slag gaan, onder begeleiding van de volwassenen.

Op organisatieniveau zijn uit dit project ook gerichte keuzes gegroeid, zowel het implementeren van de methodiek van het proactief cirkelen om het groepsgesprek dat gericht is op het creëren van verbinding in de groep en het gericht inzetten op de actiepunten van de klas te faciliteren.

In naam van OC Nieuwe Vaart

Eline Spriet (Klinisch psycholoog & vormingsmedewerker Create) & Katrien Sel (orthopedagoog school)